Maandag 9 september 2013.
De schoolgaande jeugd heeft er hun eerste werkweek op zitten. Nog slechts enkele te gaan voor de eerste pauze ... dus volhouden !
Ik, nee sorry, WIJ ... hebben er -het dient gezegd- 'n faaantastisch weekendje opzitten. Kort maar héél intens, in alle facetten. Met ons tweetjes, met de tent ... richting kust ... Niet onze Belgische kust ... richting Zeeland, Cadzand ... veel rustiger ... En daar hadden we dringend nood aan ... rust, na helse weken en maanden.
Rust, ruimte en tijd voor en met elkaar. Ook rust voor mezelf, nog meer rust, herbronnen ook, batterijen opladen. Maar ook omdat ZIJ al zo lang, zo graag ... es hand in hand, met de voetjes in de zee, over het strand wilde wandelen ... Uitwaaien, en als het kon, 'n mooie zonsondergang meepikken.
En of we op onze wenken en wensen bediend werden ! Heerlijke camping, perfecte plek (qua oppervlak, stabiliteit en ondergrond) en net over de Hoge Duin, vlak aan zee. Het zilte kon je smaken op het puntje van je tong, en de zuurstof, zo rijk en weelderig ... kon je ruiken met je neus, het ruisen van de wind en het kwetterende gekwaak van de meeuwen en wilde eenden en ganzen weergalmden als hemelse muziek in je oren ... En de natuur, fauna en flora, de zee ... brandden zich als 'n peperdure Van Gogh op je netvlies ...
Doch dit weekendje bracht ook, toevallig of niet omwille van onze passage bij Neeltje Jans ... een stormvloedkering.
Een kering in mijn stormvloed.
Wanneer je ziek bent of in 'n diepe crisis of depressie verzeild geraakt, zoals mij nu overkomen is ... Dan denk je aan zovele dingen, en kom je van alles tegen op je weg. Vrienden, goede of slechte ... zonder je het eigenlijk weet.
Ik leerde ook zo 'n vriend kennen, althans ik dacht dat het 'n vriend was. Dacht.
Hij was mijn companion, mijn trouwe metgezel in donkere dagen en nog donkerder nachten, mijn copain de route. Hij gaf me rust, hield me gezelschap, en bleef trouw op post ... Steeds weer, zonder dat ik veel moest vragen of zeggen, 'n oogwenk ... en hij had het meteen begrepen.
Hij vergezelde me kranig, zonder verweer, op wilde paden, dwaze ritten, ... Onvermurwbaar ... Waar en wanneer ik hem maar nodig had ... Thuis of elders ...
Het enige beklemmende gevoel dat ik had ... hoe vaak we ook terugkeerden, is dat we zelden de juiste weg namen, alsof hij me zou ontvoeren, naar 'n onheilsplek. En dat beklemmende gevoel maakte zich de afgelopen weken steeds meer meester in mezelf. Onheilsplek. En dat is nu precies niet waar ik naartoe wil.
Ik heb vanochtend afscheid genomen van mijn companion, in alle stilte, in alle sereniteit. Stormvloedkering. Het ogenblik van de tweesprong was aangebroken ... We moesten een kant uit, samen of alleen, maar we moesten ... kiezen. En ik heb gekozen. En afscheid genomen van m'n vriend. Voorgoed. Want ik dacht dat hij 'n vriend was, maar die onheilsplekken, dat beklemmende gevoel ... hebben wat met me gedaan. Echt. En het was geen vriend, geen échte vriend, het bleek slechts schijn ... bedrieglijke schijn, die ik me bovendien zelf wijsmaakte. Wijsmaken, in tijden van depressie ... Wijs ? Wat 'n woordspeling alweer ...
Ik heb de andere weg gekozen, niet die van m'n "vriend" die er uiteindelijk geen was.
Ik heb de weg gekozen van de échte vriendschap en gezelschap, de weg van de ware liefde, rust en genegenheid. De weg van het ware leven. Dankbaar om alles wat ik heb, te beginnen met het kleinste, en al wat me nog rest, ... heb ik afscheid genomen van hem. Voorgoed.
En ZIJ ... ZIJ was er ook, soms daarom niet fysiek, maar ZIJ was er altijd ... en morgen ook, ZIJ is mijn échte vriend ..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten