vrijdag 27 december 2013

Min de stilte

27 december 2013.
Vrijdag.

Min de stilte in uw wezen
Min de stilte die bezielt
Zij die alle stilte vrezen
Hebben nooit een hart gelezen
Hebben nooit geknield. 
(Guido Gezelle)
Op de tonen van Vangelis' Deliverance uit 1492 Conquest of Paradise tik ik deze blog, alvast dat probeerde ik doch bloggen en terwijl muziek in je oren laten zweven via de koptelefoon lijkt niet de ideale combiné.
Beginnen doe ik de dag echter met 'n prachtig vers, me geleend en geleerd door m'n soulmaatje op de berg. Hij ontleende het op zijn beurt van z'n vorig jaar overleden vader, die het op zijn beurt ontleende van die Brugse dichtgrootheid, Guido Gezelle. Vaak vergeten intussen.
Vergeten en zoek geraakt in het jachtige en het virtuele van ons bestaan. De virtuele realiteit en de evolutie van de mens ... En te vaak geraken dergelijke verzen en gedichten in de vergeethoek, in het dikke, donkere en ondoorzichtige bos dat ons leven soms kan zijn.
Het is dan ook goed, goed om het soms heel even, heel stil te maken, en te bezinnen, te overpeinzen.
De laatste maanden hebben duchtig ingebeukt op mijn gestel, mijn geest en leven, zodanig hard zelfs dat ik er recentelijk zowaar 'n hersenschudding en gapende hoofdwonde aan overhield. Ik was op m'n paasbest deze Kerst !
De aanleiding van het ontlenen van Gezelles vers was 'n opiniestuk dat ik deelde op Facebook, opiniestuk van Jürgen Mettepenningen ... Om stil van te worden.
Ik werd vandaag ook stil bij het lezen van 'n artikel in de kranten, of hoe het afgelopen jaar 20% meer armen steun vroegen bij diverse hulporganisaties.
Het werd stil omdat het slechts illustreert hoe groot de kloof wordt tussen "arm" en "rijk" ... De reacties op de diverse nieuwssites zetten die kloof dan ook nog es extra in de verf, waarbij je onbegrip en egoïsme niet ver hoeft te zoeken. Maar dat hebben we nu precies bereikt met onze consumptiemaatschappij, sneller, beter, meer en rijker ... En diegenen die het peloton moeten lossen ... die verliezen we uit het oog, en al te vaak ook ... uit het hart. De survival of the fittest, toch ?
En je hoort me niet klagen, noch wil ik 'n lans breken voor armoedehulpverleners of menslievende verenigingen _ laat staan dat ik enige afgunst wil ventileren op diegenen die tot de kopgroep behoren, tot het peloton der eliterenners.
Maar al te vaak vergeet men, en met 'men' verwijs ik naar 'n overgroot deel van onze maatschappij, verlicht, verblind en soms verwaand oor de consumptie en rijkdom, ook al kan je die rijkdom vaak relatief noemen, maar toch.
'n Mens heeft niet véél nodig om de rol te moeten lossen, 'n tegenslag, 'n ziekte, 'n foute investering, 'n foute partner, ... Maar zo groot de rijkdom is, zo snel kan de relatieve armoede je overvallen.
En dat stemt deze dagen tot nadenken. Althans zo denk ik er persoonlijk over.
Daarom is het goed, het even stil te maken en te overpeinzen ... voor het slapengaan. Maar het kan om het even wanneer.
De stilte is hier thuis ook weergekeerd, de stilte na de Kerst. Alle kids verdwenen, naar de andere partner of ouder, kortbij sommigen en verder weg de anderen. Het was 'n vrij vermoeiende, maar mooie en vooral dankbare Kerst.
Mooi om het samenzijn, mooi om de sfeer en de boom, mooi omdat het Kerst was. Vermoeiend omdat de hersenschudding en het koken niet altijd hand in hand gingen, maar we kwamen er wel, en iedereen was blij en voldaan.
En dankbaar omdat, hoe klein en hoe kortstondig ook, ik met volle teugen heb genoten van de passage van mijn kinderen. Genoten van de opgewektheid en blijdschap op hun gezichten, en dankbaar en voldaan dat ze hun cadeautjes naar waarde wisten te appreciëren.
Het klopt als 'n bus dat 'n mens niet veel nodig heeft om gelukkig te zijn ... en hoe verongelijkt en ongelukkig me nog voelde op maandag, zo veel te opgewekter was ik 's avonds van Kerstdag ...
Het werd 'n karige Kerst, maar tegelijk ook 'n blije Kerst. En ZIJ ... mocht sedert lang nog es kaarsjes uitblazen op "haar" Kerstverjaardag, vier in totaal, voor elke 11 jaar één.
En zo loopt dit jaar stilaan naar zijn einde, een moeilijk jaar voor mij, een vreselijk jaar voor nog anderen. Niet kunnen wachten tot die 13 uit het jaar is schreef iemand op Facebook. En ik kan ze begrijpen. Ik ben er nog, nog steeds - en mag me gelukkig prijzen, en het zal me leren nederig te zijn, dankbaar om het kleine, gelukkig met het weinige ... maar ik leef, en dat ... is al 'n geschenk op zich.
Ik heb nog wel wat hindernissen te nemen, maar m'n spieren herstellen zich langzaam, het hoofd ook. Ik hervond 'n goeie vriend, en ik werd gesterkt door 'n nooit opgevende, nooit geziene liefde in m'n leven.
Maar ik min de stilte, de stilte van het wezen, de stilte van het niet-meer zijn.
De stilte die er heerst om verloren zielen, de stilte die nooit meer keert. Mensen die de strijd verloren, ver of dichtbij, zij die stilte vonden in 'n leven na de dood.
Ward is één van hen. De zuigkracht van de neerwaartse tornado's hebben hem geveld, de stilte van het wezen, heeft hem geknield.

Afsluiten vandaag doe ik met deze, eentje van Anton Van Wilderode ... ook ontleend via Facebook:

"en de laatste vragen
van het verleden jaar
staan voor de deur
de bomen kouder
en de dromen ouder
maar de verwachting
nog vol gloed en kleur."


Tot dra, maar ik min de stilte, voor nu en straks, ik min de stilte van mijn wezen,
ik min de stilte die bezielt,
ik min die stilte,
want ik heb geknield.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten